In de brief van minister Bussemaker aan de Kamer over de versterking van de bestuurskracht van 19 april 2013 staat : ‘Ook het Nederlands hoger onderwijs presteert goed in internationaal perspectief. Twaalf van de dertien universiteiten staan in de top 200 van alle werelduniversiteiten van Times Higher Education Ranking 2011-2012’. Is dat iets om echt trots op te zijn, of had in deze brief over bestuurskracht in dienst van onderwijskwaliteit enige nuancering gepast?
Als groep acht van een basisschool een erg hoge Citoscore heeft, moet je je eerst afvragen of er sprake is van een preselectie van kansrijke kinderen. En vervolgens of de laag presterende kansarme kinderen eerder naar een andere school zijn vertrokken? Als dit het geval is, houd je jezelf enorm voor de gek als je trots bent op de prestaties van jouw school. De minder getalenteerde kinderen zitten op een andere school.
Het hoger onderwijs van Nederland lijkt daar op. We hebben een selectief voortgezet onderwijs. Na zes jaar preselectie komen de slimste kinderen op de universiteit terecht. De groep daaronder gaat naar een hogeschool. En daaronder mbo. Er is geen ander Europees land dat zo vroeg en hard selecteert. En de prestatie van ons onderwijssysteem levert een plaats op in de subtop. Van alle OECD-landen heeft ons land binnen de basisschool de kleinste variatie in leerprestaties en tussen de scholen de grootste variatie in leerprestaties. Hebben de vier Noordelijke landen heel veel basisscholen met een goede kwaliteit waarbinnen zowel goed als matig getalenteerde kinderen leren, Nederland kent heel wat scholen met een concentratie van kinderen met een lage leerwinst en heel wat scholen met een concentratie van kinderen met een hoge leerwinst. In ons land correleert de schoolkeuze in hoge mate met jouw toekomstige leerlijn.
En die vroege selectie en voorsortering in basis- en middelbare scholen zet zich door in het hoger onderwijs. Als India en China de voorselectie op onze manier aanpakken zullen ze binnen de kortste keren met nog veel meer excellente universiteiten Nederland uit de top 200 drukken. Nederland heeft twaalf universiteiten in de top 200. Tegen welke prijs? Wie ontvangen goedkoper en slechter onderwijs? Wie mag geen tijd nemen voor zijn studie? De havist die naar de hogeschool gaat krijgt veel minder kansen dan de vwo’er die naar de universiteit gaat. Wie krijgt een curriculum met alleen nog beroepsvaardigheden? Wie wordt snel naar een beroep met beperkte vaardigheden gedirigeerd? De leerling van het mbo. Er zijn voldoende aanwijzingen dat we de prijs elders betalen. We hebben de minder presterende leerlingen in aparte scholen gestopt en we hebben veel minder tijd, aandacht en geld voor ze over. De Noordelijke landen, Japan, Korea en Hong Kong hebben ook erg goede universiteiten maar die landen blijken beter in staat om hun héle bevolking goed te scholen. De minister schrijft in dezelfde brief dat ze ‘de excellente leerlingen beter wil bedienen’. Dat is de Nederlandse obsessie van de 21ste eeuw. We zitten met twaalf universiteiten al in de top 200!! Ik zou voorstellen om alle leerlingen excellent onderwijs te geven. Dat zet veel meer zoden aan de dijk. Hoewel, ik blijf ook trots op de twaalf Nederlandse universiteiten in de wereldtop.
Pim Breebaart