De functie van een diploma binnen het onderwijs is de toegang tot een volgende stap in het onderwijs en buiten het onderwijs is het de toegangspoort naar de arbeidsmarkt. Het is een bewijs van bekwaamheid waarmee aangegeven wordt dat je klaar bent voor een zwaardere opleiding. Ons bachelordiploma is de toegangspoort tot de masteropleiding, de master tot de promotie.
Enige tijd geleden nodigde ik twee oud-studenten uit om te horen hoe het ze in een universitaire master verging. Beide studenten kwamen via het mbo bij ons, beiden waren goede degelijke studenten, de één gemiddeld 7,5, de ander 7,8, beiden binnen vier jaar afgestudeerd, beiden voorzitter geweest van een studentenvereniging, beiden breed geïnteresseerd met veel verantwoordelijkheidsgevoel. Kortom, onze ideale studenten.
Hoe verging het ze na zeven maanden universiteit? Beiden waren na zes maanden hard studeren gestopt! En hun feedback naar ons was eerlijk en niet mals. Ze hebben in onze opleidingen in De Haagse altijd goede cijfers gehaald, maar toch zijn ze gestrand in hun masteropleiding omdat ze bij ons veel en veel te weinig boeken en wetenschappelijke literatuur hoefden te bestuderen, zeiden ze. Hun werkstukken op De Haagse waren altijd ruim voldoende tot goed en nooit heeft een docent hen gewezen op matig tot slecht taalgebruik. De Haagse heeft hen nooit geleerd hoe wetenschappelijk te citeren. In De Haagse konden ze meeliften, werden niet geprikkeld tot kritisch denken, en nu werden ze beoordeeld op onafhankelijk denken. Op De Haagse was 28 uur studeren per week de norm, nu moesten ze vol aan de bak. Beide studenten zeiden tegen mij: door De Haagse kreeg ik een heel positief zelfbeeld, maar de werkelijkheid was dat jullie vergaten mij realisme bij te brengen. Deze feedback sneed mij door de ziel. Ik luister graag naar positieve verhalen over ons, maar hier waren twee eerlijke en integere oud-studenten aan het woord en ik kon hun verhaal niet weerleggen..
Ik moest denken aan de jaarlijkse HBO-monitor. Alumni worden geïnterviewd over hun voormalige opleiding. En dat geeft jaarlijks een beeld hoe ze terug kijken op hun studie. Zowel van onze hogeschool als van alle hogescholen. Al jaren is het zwakste punt de zwaarte van onze toetsing. Vier van de vijf alumni van alle hogescholen zeggen dat je er gemakkelijk doorheen komt, dat je kunt meeliften op medestudenten en dat pittige tentamens zeldzaam zijn. Het betreft hier niet de techniek van het toetsen, maar de zwaarte van toetsen en tentamens. Studenten willen over zichzelf weten of ze iets kennen en kunnen. Dat heeft alles te maken met de behoefte van de student tot een realistisch zelfbeeld. Ook die HBO-monitor snijdt mij jaarlijks door mijn ziel.
Kan het beter? Kunnen wij steeds meer studenten toelaten, een kwalitatief zwaarder curriculum aanbieden en tevens een groter studentsucces bewerkstelligen? Ja, het moet in het belang van de student, en ik zeg er tegenwoordig bij, vooral in het belang van de bottom half van onze studenten. Ja, het kán ook. Ons strategisch plan HOP-7 staat in het teken van deze opgave, maximale participatie, een zwaarder kennisgericht curriculum en meer studentsucces. Dat is een mooie uitdaging! Als ons dat lukt dan wordt de waarde van een diploma van De Haagse Hogeschool vanzelf elders gezien als van excellente waarde. Van excellente waarde omdat in het vervolgonderwijs onze studenten bijna altijd opnieuw slagen. Dat is in een notendop het doel van ons strategisch plan HOP-7 voor onze bacheloropleidingen.
Pim Breebaart
De alumni van De Haagse Hogeschool scoren in de HBO-monitor licht zwaarder op toetsen dan het gemiddelde van de alumni van alle hogescholen. Dat is wellicht een schrale troost. De alumni van de universiteiten beoordelen hun toetsen en tentamens van een veel zwaarder niveau.
gepubliceerd in focus | download PDF van deze column